Peter & Sebastiaan Verbeek - Naaldwijk,

"Als nieuwkomers op de overnacht, gaven deze vader en zoon velen het nakijken in 2001".

Op een stormachtige avond, zo eind januari ben ik op weg naar vader en zoon Verbeek in het Westlandse Naaldwijk. Bij velen onder ons zal de naam Verbeek vreemd in de oren klinken. Zo had ondergetekende, tot afgelopen jaar, ook nog nooit van de comb. Verbeek uit Naaldwijk gehoord. Persoonlijk leerde ik deze uiterst sympathieke vader en zoon combinatie kennen op de laatst gehouden feestavond van de Z.L.U. te Valkenburg. Na wat met elkaar gebabbeld te hebben, werden daar plots de kampioenen gehuldigd van de Nationale Marathon anno 2001. Tot mijn grote verbazing zag ik dat mijn gesprekspartners van eerder deze avond ook naar het podium werden geroepen. Toen alle kampioenen van dit schitterende kampioenschap op het podium stonden gingen alle aanwezige in de zaal van hun stoelen af, en klonk daar luidkeels en uit volle borst ons welbekende volkslied. En als je daar dan staat, en zeker als je net komt kijken, dan moet je dat toch wel wat doen?
 

De Afspraak

Als ik enkele weken later voor onze krant op de kampioenenhuldiging van het samenspel S.N.Z.H. te Leiderdorp aanwezig ben, zijn ook vader en zoon Verbeek weer van de partij. Op deze middag/avond trek ik de stoute schoenen aan en vraag hen op de man af of ik eens langs mag komen om hun prestaies eens aan een breder publiek te mogen voorstellen. Bij Peter Verbeek bemerk ik in eerste instantie enige twijfel. Hij verontschuldigt zich met de volgende woorden,"Johan, wij zijn tevreden over ons spel en kampioenschappen, maar het kwam te vroeg. Wij zijn zelf ook nog zoekende". Waarop ik hem, of beter gezegd hun attendeerde, dat juist dat de leuke dingen van onze sport zijn. We spreken af dat ik binnen enkele dagen nog eens telefonisch contact met hun zal opnemen. Zoals gezegd neem ik dus zoals afgesproken enkele dagen later weer contact met de mannen op. Tijdens dit telefoongesprek bemerk ik dat Peter, ondanks enkele dagen erover nagedacht te hebben, nog steeds niet echt staat te popelen. Uiteindelijk komt dan de ware aap uit de mouw. Buiten zijn eerdere opmerking dat het een en ander qua kampioenschappen allemaal te vroeg kwam, heeft hij eigenlijk ook helemaal niet zo'n zin om nu met zijn porem in de krant te gaan staan aangaande al dat geouwehoer binnen hun werkgebied. Maar het is Sebastiaan die hem duidelijk maakt dat door de prestaties van hun duiven ze toch hun medewerking verlenen. We praten nog eventjes verder en een afspraak is dan ook snel gemaakt. Het was op een stormachtige januari-avond dat ik op pad ging om deze mannen met een bezoek te vereren.
Bij aankomst ten huize Verbeek word ik hartelijk door mijn gastheren ontvangen. Enkele minuutjes later krijgen wij door de vrouw des huizes een zalig kopje koffie voorgeschoteld en praten we gezellig eventjes verder. Na nog een kopje koffie genomen te hebben besluiten we om toch maar te beginnen met datgene wat mijn bezoek hier bracht. Comb. P.& S. Verbeek, bestaande uit vader Peter en zoon Sebastiaan Verbeek. Peter, 42 jaar, is sind enkele jaren, na een zelfstandig loonbedrijf gehad te hebben, afgekeurd voor zijn rug en kan darom niet meer volledig aan het arbeidsproces deelnemen. Peter, zijn hele leven lang al een dierenvriend, had altijd al een zwak voor duiven. Maar gezien zijn drukke werkzaamheden als eigen baas en een jong opgroeiend gezin ontbrak het hem aan de nodige tijd. Als hij dan, na aan zijn rug geopereerd te zijn, thuis komt te lopen, zoekt hij ondanks zijn handicap naar de nodige afleiding. De keuze is snel gemaakt en iets wat hij al heel lang wilde gebeurde dan toch. Zo kwam er aan het eind van 1994 een hokje met de nodige late jongen in de tuin te staan. Zo staat er nu heden ten dage een fabriekshok van de firma Punt met een lengte van 5.80 meter. Hieraan vast is nog eens een 2.30 meter zelf bijgebouwd. Na dus in 1994 met laatjes een intrede binnen de duivensport gedaan te hebben, werden ze in het jaar 1995 lid van een vereniging. Na de eerste jaren, en dit gezien de aan de muur in de huiskamer hangende kampioensborden met de nodige successen aan de kortere vluchten te hebben deelgenomen, kwam daar in het jaar 2000 verandering in. Vanaf hun intrede in de sport hadden beiden eigenlijk al gelijk heelveel interesse in het overnacht gebeuren. Gericht werd er eind jaren negentig, we hebben het dan exact over het jaar 1999, gekozen om alleen maar uit de toen aanwezige duiven die voorbestemd waren voor de overnacht, te gaan kweken. Er waren namelijk in de jaren hier aan voorafgaand enkele koppels zogezegde overnachtduiven op de hokken gekomen. Zo werd erop een avond rond halftwaalf in het vroege voorjaar gebeld om de duiven (Sprenkels +/- 10 koppels) van Chris Hulscher afkomstig uit Naaldwijk, over te nemen. Ook waren er maar liefst zeven koppels eieren bekomen bij vader en zoon Bakker uit Poortugaal.
Huldiging Superkampioenen S.N.Z.H.
Een speciaal woord van dank mocht er wel af richting vader en zoon Bakker voor de toen verkregen eieren volgens de comb. Verbeek. Buiten deze twee hoofdlijnen werden er zo links en rechts nog wel eens wat jongen gehaald, maar zo snel als ze hier komen verdwijnen ze ook weer van het toneel als ze niet voldoen. De duiven die zeker wel pasten op dit hok, en dan met name in kruising met de Sprenkels duiven van de eerder vernoemde Chris Hulscher, waren de duiven afkomstig van de toenmalige Westlandse combinatie Lupino.
 

Wat bracht mij dan bij deze combinatie?

Als u het voorgaande goed gelezen hebt, heeft u kunnen concluderen dat ik bij een paar echte nieuwkomers op bezoek ben geweest. De reden dat ik graag bij deze vader en zoon op bezoek wilde gaan was dat ze in het jaar 2001 een rits van aansprekende kampioenschappen behaalden. En, gezien hun accomodatie, methode van duiven houden, en de beschikbare duiven die hun voorhanden hadden wekte mijn nieuwsgierigheid ten zeerste. En ik hoop dat ik u via dit schrijven op dezelfde gedachten hebt gebracht als waar anderen mij op brachten. Zo werden afgelopen jaar uitslagen neergezet die resulteerden in de daarop volgende kampioenschappen.
 

Kampioenschappen

  • 1e    Hokkampioen Sector 2
  • 2e    Superkampioen Samenspel Noord en Zuid Holland
  • 5e    Nationaal Kampioen Meerdaagse Fond N.P.O.
  • 5e    West Nederlandse Marathon
  • 5e    Kampioen Samenspel Noord en Zuid Holland
  • 8e    Aangewezen overnachtfond Zuid Holland
  • 8e    Nationale Marathon Z.L.U.
  • 36e  West Europese Super Marathon Z.L.U.
  • 7e    Gouden Duif Nederland
  • 16e  Internationale Duifcompetitie Zware Fond
 
U zal het ongetwijfeld met mij eens zijn dat dit, en zeker gezien hun pas korte verblijf binnen de duivensport, en dan met name binnen het fondgebeuren in een woord gewoon formidabel is. Inderdaad, als donderslag bij heldere hemel waren daar uit het niets plotseling vader en zoon Verbeek uit het Westlandse Naaldwijk. Nieuwsgierig dat ik was. Om kampioen te worden, (gelukkig is dat al vele malen de laatste jaren bewezen) wist ik uit ervaring dat je geen mega hokken, of vele honderden duiven hoeft te bezitten. Kijkend naar de periode dat ik al op pad ben geweest voor De Fondkrant ben ik al bij de nodige kleine (?) kampioenen, of vluchtoverwinnaars geweest. Om zomaar enkele voorbeelden van vluchtoverwinnaars te noemen wil ik de nationaal overwinnaars van Perpignan 2001, de comb. Kol & Kol of zelfs de internationaal Barcelona winnaar van enkele jaren terug Joop Torreman aanhalen. Ja, ook dit waren kleintjes qua aantal maar groot in daden.

De plek waar het voor de jonge begint!!
Zo vergaat het ook deze combinatie. In het voorjaar van het jaar 2001 bezaten deze mannen maar goed tien koppels oudere vliegduiven. Om het een en ander in aantallen en dergelijke op papier te zetten zal ik maar gelijk het systeem, hoe er hier gehandeld wordt, voor leggen. Zo bezitten zij ieder jaar voor aanvang van het nieuwe vliegseizoen een achttal kweekkoppels, tien koppeltjes oudere vliegduiven en als aanvulling hebben ze de afgerichte jongen, maar zoals hier heb ik het nog niet meegemaakt. Laten we beginnen met dat de duiven hier nooit worden gescheiden. Waarop ik gelijk de mededeling kreeg van Peter dat hij het zelf ook nooit leuk vond om van zijn vrouwtje gescheiden te zijn als hij in het buitenland verbleef voor werkzaamheden. Dus hij denkt dat dat ook geldt voor hun duiven. De broedbakken staan half tot er gekoppeld moet worden voor een bewuste overnachtvlucht. Op deze eerste overnachtvlucht zitten de duiven die meegaan voor het eerst dat jaar op jongen. Deze jongen zijn dan tevens de eerste jongen die hier op de hokken in dat bewuste jaar het levenslicht zien. Dit gebeurt zo voor alle tien de aanwezige oudere vliegkoppels inclusief de kwekers die dan pas gekoppeld worden. De eerste jongen die zo gekweekt worden zullen net op de navluchten mee kunnen.
De andere jongen, want daar het echte nestspelers zijn kweken ze het gehele vliegseizoen, kunnen zoals gebruikelijk niet meer mee tijdens de programmavluchten (een reden ook om veel te kweken was volgens deze mannen simpel, het gros wat je kweekt deugt niet, dus hoe meer je kweekt, des te groter is de kans op een bruikbare). Deze jongen worden, inclusief de jongen die wel enkele vluchten in hun geboortejaar krijgen, de gehele winter zelf afgericht. Dit africhten gebeurt op een spektaculaire manier. Zo worden ze gelost zowel in het zuiden, noorden als het oosten (we missen in deze het westen, maar als je zowat tegen de kust aanwoont is het lossen uit deze richting onmogelijk). Naar alle windstreken worden ze weggebracht. Of het nu Noordwijk, Meppel, Almelo of Groningen is, als ze toevallig daar moeten zijn gaan de duiven mee en eruit. Dat dit niet het enigste is blijkt dat ze met wat voor weertype het ook mag wezen, ze er altijd uit gaan. Alleen de eerste keer kijken ze hoe het weer is. De aankomsten, al duurt dit soms dagen, alles maar dan ook alles wordt genoteerd. En als toetje krijgen deze junioren ook nog enkele zelf georganiseerde overnachtingsvluchten voor hun kiezen. Dit was helemaal een verhaal apart, want hier had ik nog nooit iets over gehoord. Zo beginnen deze mannen met deze overnachtingsvluchten in het naburige Hoek van Holland (slechts enkele kilometers) gevolgd door in lossing in Vlaardingen (weer iets verder). De lossingen, die op deze locatie in de avonduren geschieden zijn zo dat ze nog thuis kunnen komen. Eenmaal gewend aan deze lossingen gaan ze wat verder en uiteindelijk staan ze op enkele tientallen kilometers in de donkere uren hun duiven te lossen. Ik keek hun echt verbaasd aan waarop zowel vader als zoon Verbeek begonnen te lachen en mij het een en ander verduidelijkten. Hun ervaring hiermee was dat je, hoe raar het ook klinkt, in tegenstelling tot lossingen op de dag bij nachtelijke lossingen beter bewolkt weer kunt hebben. Sebastiaan hierover,"je moet witte wolken hebben, de eerste keer komt er geen enkele duif thuis, de daarop volgende keren komen er enkele, maar hoe vaker je het ook doe, eens komen ze allemaal in de nachtelijke uren thuis. Wel deelde ze meede dat als je er eenmaal mee stopt ze het zo weer kwijt zijn". Peter vult hem aan met,"komend jaar gaan we dit, de lossingen in de nachtelijke uren dan ook later uitvoeren en hopen we meer rendement hier uit te krijgen". Als ze hun verhaal hebben gedaan vraag ik stomverbaasd als ik ben hoe ze hierop gekomen zijn. En met een lach in de mond, en een plotseling Haags accent vertelde Peter mij,"Dit is de TIP van Jan Bronswijk, De TIP van de Brul. Als we in de avond naar huis gingen uit de club zei hij altijd", "Ze kenne vliege, kenne vliege". Dat dit niet de enigste bijzonderheden waren wat de junioren betreft werd mij duidelijk bij het volgende waar ik zeker nog nooit over had gehoord. Als hier de jongen gespeend worden gaan ze in de plaats van naar hun eigen afdeling de mand in. Hier verblijven ze als zelfstandige duif de eerste tien dagen als ze bij hun ouders vandaan zijn. Aan de manden hangen dan waterbakken en iedere dag worden de piepers keurig in de handen genomen en uitvoerig bekeken. Hier beginnen dan al de nodige aantekeningen per duif.
 

De verdere verzorging en methode

Laten we gemakshalve in de winter beginnen. In deze periode krijgen de duiven op medisch gebied een veertiendaagse parathyfuskuur voor geschoteld. Verder wordt er op medisch gebied tweemaal per jaar mestonderzoek gedaan. Afhankelijk van de uitslag hiervan wordt er gehandeld. Tevens krijgen de duiven hier iedere woensdag een dopje aviol in het water. En net voor aanvang van de grote vluchten krijgen ze een kuurtje tegen het geel. Oja, we zouden in de winter beginnen.
"Bonnie" 6e Mont de Marsan 3.902 duivenIn deze tijd van het jaar komen de duiven nog gewoon iedere dag buiten. Wel is het zo dat de duiven in tegenstelling tot de zomerperiode nu maar eenmaal daags gevoerd worden terwijl dat in de zomermaanden tweemaal daags gebeurt. In de zomer daarentegen draait hier alles op tijd. Peter is echt iemand die met de klok meegaat. Dit meegaan doet hij tot halfzes, vroeger komt hij er niet bij. De hokken worden, zowel in de zomer als de wintermaanden dagelijks schoongemaakt. De mengeling die de duiven krijgen voorgeschoteld bestaat uit 75% gerst en de overige 25% uit een vierseizoenenmengeling. Deze lichte mengeling krijgen de duiven het gehele jaar door. Zij zijn van mening, en zeker wat de vluchten betreft, ze de laatste dagen in de mand juist goed moeten eten voor de grote wedstrijd. Zo wordt er alleen op de inkorvingsdag een potje met een zogezegde goede vliegmengeling gegeven. Als het een Z.L.U. vlucht betreft tenminste. Op een vlucht met middaglossing is dit anders. De duiven verblijven korter in de mand tot de lossing, vandaar dat deze dan een dag of vier zo'n potje in hun broedbak krijgen. Ook van vitamines en dergelijke moeten ze niets weten.
Rodivit, zeezout en grit en dit ook weer zonder roodsteen zijn wel op de hokken te vinden. Wat ze hier wel heel belangrijk vinden is dat het voer over een bijzonder goede kiemkracht moet beschikken. Na dit zo uitgeprobeerd te hebben kwamen ze erachter dat het goedkoopste voer, de zogezegde vierseizoensmengeling voor hen als beste uit de bus kwam. Iedere dag krijgen de duiven hier wat gekiemde granen voorgeschoteld. De beste vitamines die er bestaan!! In andere reportages, en dan met name voor de snelle mannen lees je wel eens dat de duiven regelmatig enkele korrels hennep voorgeschoteld krijgen. Daar ook hier dit product altijd werd gegeven zijn ze daar, na zo intensief te zijn begonnen met kiemen van de zaden direct mee gestopt. Ik hoorde dat een zaadje zoals hennep, voor de verkoop vergast wordt, i.v.m. dat het dan niet goed meer zou zijn om te verbouwen. Dit houd volgens mijn gesprekspartners in dat het zaad dus gewoon is gedood en na onderzoek (kiemen) bleek dit dus te kloppen. Zo secuur ze met schoonmaken en hun voer zijn, zo gemakkelijk zijn ze met de drinkpannen. Deze wordt pas weer bijgevuld als hij leeg is. De voorbereiding der vliegduiven. Zoals al aangegeven worden de duiven dus niet gescheiden. De oudere tien koppels vliegduiven worden zo in ploegjes gekoppeld dat ze de eerste vlucht op jongen van een dag of zeven zitten. "Jodi" vernoemt naar John en Dick Bakker
16e Montauban 5.796 duiven
Daarna wordt er het gehele seizoen niet meer naar de standen gekeken. Zijn ze goed, gaan ze mee, wat de stand ook mag zijn. Om de veertien dagen worden ze het liefst ingespeeld. Bij thuiskomst worden ze ontsmet met Lugol (een product wat bestaat uit een jodiumoplossing). De thuiskomende duiven worden dan netjes in hun broedhok opgesloten en krijgen het ontsmettingsmiddel te drinken. Verder konden ze vrij kort over de voorbereiding en medische kant zijn. Op mijn vraag waar ze dan hun snelle succes verders aan te danken hebben kreeg ik het volgende antwoord:" van inzet en en keiharde selectie". Zo moeten de oude duiven hier voor het nietje kunnen vliegen. Voor het nietje? Ja, inderdaad voor het nietje van de uitslag, want die zit er niet voor niets. Je hebt toch maar twee soorten duiven vragen deze zogezegde nieuwelingen aan mij. Je hebt goede en slechte, toch? Als er dan ook nog een potje bier op tafel komt zitten we helemaal gebeiteld. Het viel mij op dat er tijdens dit gesprek vol enthousiasme over Chris Hulscher werd gesproken. Van deze man hebben ze niet alleen de goede duiven verkregen maar mijn inziens ook de nodige goede adviezen. Zo was hij ook de man die deze kampioenen vertelde om te kweken volgens de wet van Mendel. Peter verteld dat als er hier een duif aangeschaft wordt zij hier wel degelijk rekening mee houden. Peter en Sebastiaan, na jullie nu beter te hebben leren kennen weet ik dat ik bij een paar fijne, eerlijke en zeer sympathieke liefhebbers op bezoek ben geweest die de duivensport een warm hart toedragen. Ik hoop jullie nog regelmatig op de een of andere feestavond te kunnen begroeten en wie weet moet ik nog eens langs komen voor het een of andere verslag. Aan jullie inzet zal het zeker niet ontbreken.
Johan Hamstra.
Terug